Niet-reanimeren verklaring

Beautyplus 20211208155936351 Save

Vandaag wil ik graag iets uitgebreider ingaan op een gevoelig onderwerp: reanimeren. Niet zozeer het reanimeren zelf maar juist de beslissing er toe. U kunt nu eenmaal niet voorspellen wat er met u zal gaan gebeuren. Misschien kunt u niet kiezen. Misschien wilt u helemaal niet kiezen. Dat kan. Waddenzorg brengt u graag op de hoogte van alle ins & outs om een keuze te maken.

Belangrijke beslissing

Voor we dieper op dit specifieke onderwerp ingaan, wil ik u graag op de hoogte brengen dat een keuze maken wel erg belangrijk is. Want als er geen niet-reanimeren verklaring aanwezig is in uw zorgmap, dan gaat u zorgverlener in principe altijd over tot reanimatie. Ook als de zorgverlener eigenlijk wel weet dat u dit eigenlijk liever niet heeft. Bespreken is dan niet meer mogelijk, want door snel te starten met reanimeren bij een hartstilstand, is er een grotere overlevingskans.

‘Wat moet ik doen als ik wel gereanimeerd wil worden?’

Wanneer u wel gereanimeerd wilt worden, dan hoeft u helemaal niets te doen. Bij een hartstilstand wordt u gereanimeerd, behalve als de (huis)arts vanwege uw gezondheid verwacht dat er zeer weinig kans is dat u de reanimatie overleeft.

Niet-reanimeren verklaring of penning

Wilt u niet gereanimeerd worden? U geeft met een niet-reanimeren verklaring bij hulpverleners aan dat zij u niet moeten helpen als u bijvoorbeeld een hartstilstand heeft.  Met een niet-reanimeren penning of -verklaring maak je deze wens kenbaar.

Wat kan ik doen als ik niet gereanimeerd wil worden?

Als u niet gereanimeerd wilt worden, is het goed dit samen met mij, een vertrouwd persoon en uw (huis)arts te bespreken.

  • Uw (huis)arts kan dan in uw medisch dossier opschrijven dat u niet gereanimeerd wilt worden.
  • U kunt daarnaast een niet-reanimerenverklaring. De (huis)arts geeft uw wens door aan hulpverleners van de huisartsenpost, aan de specialisten die u eventueel behandelen, aan de mensen van de ambulance als u die nodig heeft of aan het ziekenhuis als u daar opgenomen moet worden.
  • Vertel ook de mensen om u heen (familie, huisgenoten en eventueel buren) dat u een niet-reanimerenverklaring heeft. Leg de verklaring op een plaats waar deze gemakkelijk te vinden is en laat hen zien waar deze ligt of geef ze een kopie.
  • U kunt ook een niet-reanimerenpenning aanvragen. Wanneer u die zichtbaar draagt, kunnen bijvoorbeeld ambulance-verpleegkundigen zien dat ze u niet moeten reanimeren.

De penning is verkrijgbaar bij Patiëntenfederatie Nederland  door middel van invullen van het contactformulier hiervoor.

Wat gebeurt er bij reanimatie?

Wanneer uw hart en uw ademhaling stilstaan, kan met reanimatie geprobeerd worden het hart en de ademhaling weer op gang te krijgen. Dit gebeurt door:

  • hartmassage: stevig ritmisch duwen op het borstbeen om het bloed rond te pompen;
  • mond-op-mondbeademing: blazen in de mond (en soms neus), zodat er steeds weer nieuwe lucht in de longen stroomt;
  • defibrillatie: het geven van één of meer stroomstoten op de borstkas om het hart weer in het juiste ritme te brengen.

Door mond-op-mond beademing en hartmassage wordt geprobeerd zuurstof in uw lichaam en vooral in uw hersenen te krijgen. De reanimatie moet meestal worden volgehouden totdat er een defibrillator (of AED) kan worden gebruikt. Een defibrillator is een apparaat dat stroomstoten geeft waardoor het hart soms weer normaal kan gaan pompen. In veel kantoren en openbare gebouwen hangt een AED aan de muur.

Wanneer u gereanimeerd wordt, moet iemand anders direct 112 voor de ambulance bellen. Zodra de mensen van de ambulance er zijn, nemen ze de reanimatie over (tenzij duidelijk is dat het geen zin meer heeft). Zij werken ook met een AED en sluiten een infuus aan om medicijnen te geven. Ze kunnen ook een beademingsbuis in uw luchtpijp inbrengen. Als het hart weer pompt, wordt u zo nodig naar het ziekenhuis vervoerd voor verdere behandeling.

Bespreek uw wens tot niet reanimeren

Het is dus heel belangrijk dat u uw wens tot niet reanimeren bespreekt met mij, uw huisarts, familie en naasten. Want in een acute situatie waarin elke seconde telt kunnen zij de hulpverleners attenderen op uw niet-reanimeren verklaring en uw wens tot niet reanimeren.

Uw keus tot niet reanimeren is vaak een moeilijke en persoonlijke beslissing die afhangt van uw gezondheid en ervaren kwaliteit van leven. Het kan echter ook zijn dat u denkt dat u na een geslaagde reanimatie geen kwaliteit van leven meer zult ervaren. Deze aanname blijkt vaak onterecht: 80-90% van de overlevenden (jong en oud samen) heeft een jaar na de reanimatie een goede levenskwaliteit. Met uw (huis)arts kunt u spreken over de kansen en risico’s van reanimatie in uw persoonlijke situatie en kunnen u helpen in de keuze.

Slagingskans van reanimatie

Als u niet gereanimeerd wordt, overlijdt u bij een hartstilstand meestal binnen 10 minuten zonder daarvan iets te merken.

Met reanimatie is er een kleine kans dat u overleeft. Hoe eerder gestart wordt met reanimeren, hoe groter de kans dat u overleeft. Als binnen 6 minuten met een AED een stroomstoot gegeven wordt, is de kans dat u de hartstilstand overleeft het grootst. U kunt aan een hartstilstand wel klachten overhouden (restklachten):

  • Lichte restklachten zijn bijvoorbeeld lichte geheugenproblemen, iets moeilijker kunnen praten en lichte verlamming van een arm of een been.
  • Ernstige restklachten zijn ernstige geheugen- en spraakproblemen, verlammingen of coma.

Hier vindt u wat gegevens uit wetenschappelijk onderzoek onder ouderen:

  • Van de 100 mensen die ouder zijn dan 70 jaar en buiten het ziekenhuis gereanimeerd worden, blijven er gemiddeld 12 in leven. De andere 88 overlijden.
  • Van de 100 mensen die ouder zijn dan 70 jaar en in het ziekenhuis gereanimeerd worden, blijven er gemiddeld 19 in leven. De andere 81 overlijden.
  • Van de 100 mensen die door reanimatie nog leven, houden er 90 dezelfde gezondheid als voor de hartstilstand of lichte restklachten; 10 van de 100 mensen houden ernstige restklachten.

Door reanimatie kunt u ook problemen krijgen die wel weer herstellen, zoals gebroken ribben of een beschadigde long of maag.

Als u ouder wordt en/of ernstig ziek, wordt de kans dat u een hartstilstand overleeft steeds kleiner. Voor iemand die jonger of gezonder is, zijn de kansen iets beter. U kunt met uw (huis)arts bespreken wat de kansen en risico’s in uw geval zijn.

 

 

 

Ook leuk om te lezen: